Te erg om over te praten

Deze blogpost gaat niet over de psychiatrie. Ik heb het boek “History on trial” van Deborah Lipstadt gelezen, de aanleiding voor de film Denial. Lipstadt is een professor aan de Emory Universiteit die een boek had geschreven over mensen die beweren dat de Holocaust nooit heeft plaatsgevonden. Ze maakt een duidelijk verschil tussen historici en ontkenners:

“[…] zeer gerespecteerde Holocaust historici trekken duidelijk verschillende conclusies over veel aspecten van de Holocaust,” schrijft ze […] “Ontkenners vervormen, falsifiëren en perverteren de historische bronnen en vallen daarom helemaal buiten de parameters van elk historisch debat over de Holocaust.”
(mijn vertaling) uit: Lipstadt, “De geschiedenis ontkend“, uitgeverij Harper Collins.

Tot haar grote verbazing gebruikte de historicus David Irving de archaïsche Engelse wetten op het gebied van laster om een proces tegen haar aan te spannen. Omdat Lipstadt werd aangeklaagd moest ze zich verdedigen. De enige andere optie was om haar excuses aan te bieden en de tekst in haar boek aan te passen.

Lipstadt stond achter haar tekst, maar ze was bang dat Irving een spelletje met haar speelde en dat hij het proces wilde gebruiken om haar te laten aantonen dat de Holocaust, de systematische vervolging en uitroeiing van de Joden door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog, echt had plaatsgevonden.

“Het was niet ons doel om te bewijzen dat de Holocaust had plaatsgevonden,” zegt Lipstadt. “Er was geen rechtbank nodig om dat te bewijzen.”
Lipstadt in “History on trial”, uitgeverij Harper Perennial New York

Holocaustontkenners zijn vooral ontkenners, net als mensen die geen nare gevolgen verwachten van de opwarming van de aarde en aanhangers van het creationisme. Ze bevinden zich aan de rafelranden van de wetenschap. Daar proberen ze punten te scoren, bijvoorbeeld door te stellen dat het ontbreken van gaten in de daken van crematoria 2 en 3 zou aantonen dat Auschwitz een “werkkamp met een onfortuinlijk hoog dodental” was.

In plaats van de convergentie van bewijs, een grote verzameling feiten die wetenschappers naar een bepaalde conclusie leidt, zijn ze aanhangers van het model Jenga: als Charles Darwin geen afdoende verklaring had voor het ontstaan van het menselijk oog is de evolutietheorie rijp voor de brandstapel.

Ontkenners roeien tegen de stroom op, maar dat doen ze op een extreem provocatieve manier:

“Ik ga het bewijs van Dr Roth niet alleen vernietigen; ik ga het uitroeien als mijn moment komt.”  David Irving in “De geschiedenis ontkend”, p. 131

Overlevenden noemde hij oplichters en fraudeurs, die hun oorlogservaringen gebruiken om er financieel voordeel mee te behalen.

Veel mensen denken dat je ontkenners geen podium moet geven. Sommigen denken zelfs dat je ze het spreken onmogelijk moet maken: “Disinvite them” Ik ben het daar niet mee eens.

De evolutieleer is helemaal niet zo makkelijk te begrijpen en te Tweede Wereldoorlog is te groot om in één keer te overzien. Als we ons arrogant opstellen tegenover de ontkenners, is het niet gek dat mensen met minder kennis van zaken vragen:

“En als de mens van de aap afstamt, waarom zijn er dan nog apen?” Youtubefimpje

Het verhaal van de Holocaust zal steeds opnieuw moeten worden verteld. We mogen niet aannemen dat elementen al bekend zijn en we moeten niet terugschrikken voor welke vraag of provocatie dan ook. Irving leek vooral te willen aantonen dat Hitler niet verantwoordelijk was voor de moordpartijen en de gaskamers. Ian Kershaw beschrijft in zijn Hitlerbiografie hoe de Nazi-top vanwege de onderlinge concurrentie en het alom ingevoerde Führerprinzip probeerde te anticiperen op de wensen van de dictator. Lipstadt citeert:

Op 12 december 1941 herhaalde hij zijn “profetie” van januari 1939 – als de Joden een wereldoorlog veroorzaakten zouden ze hun eigen vernietiging beleven. Hij had dit dreigement vaker herhaald. Deze keer, echter, voegde hij er een addendum aan toe: “De wereldoorlog is hier, de vernietiging van de Joden moet daar de noodzakelijke consequentie van zijn.”
(mijn vertaling) uit: Deborah E. Lipstadt, “De geschiedenis ontkend”, p. 107

Als je niet met ontkenners in discussie wilt, wat is dan het alternatief? De kennis die we omschrijven als: “dat weet toch iedereen” is vaak gebaseerd op de mening van autoriteiten. Dat is ook het makkelijkste. Je kunt tenslotte niet overal alles van weten. Maar juist dat is gevaarlijk. En het werkt vaak heel subtiel. Terwijl ik deze blog zat te schrijven moest ik mezelf tegenhouden om niet te zeggen: “de omstreden, niet-afgestudeerde historicus David Irving” en “de alom gerespecteerde Hitlerbiografie van Ian Kershaw”. Die aanduidingen zijn op zich niet onjuist, maar ze proberen de lezer bij de hand te nemen om hem of haar in de gewenste richting te leiden.

Dat 97% van de klimaatwetenschappers iets gelooft, hoeft niet het definitieve einde van de discussie te betekenen, zelfs niet als Arjen Lubach vindt van wel. Laten we niet vergeten dat Hitler gebruikmaakte van het antisemitisme dat in de jaren 1920 en 1930 in Duitsland leefde en dat hij bij een referendum in 1936 maar liefst 98,80% van de uitgebrachte stemmen binnenhaalde.

Mensen als David Irving gaan niet weg als je ze de mond snoert. Dat geeft ze juist kracht. Ik ben dus heel blij dat het smaadproces heeft plaatsgevonden en dat we nu een boek en een film hebben die mensen aan het denken kunnen zetten. Laten we de discussie op inhoud voeren, in alle openheid. En laten we de persoonlijke verhalen lezen van Primo Levi, van Viktor Frankl of bijvoorbeeld de gedichten van Sonja Prins.

En de uitkomst van het proces? In het fotokatern van Lipstadts boek staat een cartoon van Matt uit de Daily Telegraph. Een man ziet in een boekwinkel het nieuwste werk van David Irving: “Het smaadproces dat nooit heeft plaatsgevonden.”

2 gedachtes over “Te erg om over te praten

Plaats een reactie